Bart, Mat en Jos zitten met Thijs aan tafel en Thijs geeft uitleg over het grootste piramidespel,
dat de mensheid momenteel in zijn greep heeft.
Thijs neemt het woord en zegt:
Stel we bezitten alle vier 40.000 euro en hebben elk een aarde-aandeel, dat 10.000 euro waard is.
Samen hebben we dan 160.000 euro (4 x 40.000) en 40.000 euro aan aarde-aandelen (4 x 10.000),
dat neerkomt op een gezamenlijk vermogen van 200.000 euro.
Stel nu voor, dat ik het aarde-aandeel van Bart koop voor 40.000 euro.
Na deze transactie hebben we dan nog steeds 160.000 euro (B: 80.000 + T: 0 + M: 40.000 + J: 40.000),
en 160.000 euro aan aarde-aandelen (B: 0 + T: 80.000 + M: 40.000 + J: 40.000),
dus een gezamenlijk vermogen van 320.000 euro.
Daarna stel ik voor, dat Bart het aarde-aandeel van mij terugkoopt voor 80.000 euro.
Na deze transactie hebben we nog steeds 160.000 euro (B: 0 + T: 80.000 + M: 40.000 + J: 40.000)
en 320.000 euro aan aandelen (B: 80.000 + T: 80.000 + M: 80.000 + J: 80.000),
dus een gezamenlijk vermogen van 480.000 euro.
We gaan nu de aandelen splitsen zegt Thijs. 1 aandeel aarde van 80.000 euro gaan we splitsen in 8 aandelen van 10.000 euro.
Ons vermogen in aandelen aarde blijft dan hetzelfde.
Na deze aandelensplitsing hebben we nog steeds 160.000 euro (B: 0 + T: 80.000 + M: 40.000 + J: 40.000)
en 320.000 euro aan aandelen (B: 8 x 10.000 + T: 8 x 10.000 + M: 8 x 10.000 + J: 8 x 10.000),
dus een gezamenlijk vermogen van 480.000 euro.
Ik koop daarna 2 aarde-aandelen van Bart voor elk 20.000 euro, dus beide aandelen voor 40.000 euro.
Na deze aankoop hebben we nog steeds 160.000 euro (B: 40.000 + T: 40.000 + M: 40.000 + J: 40.000)
en 640.000 euro aan aandelen (B: 6 x 20.000 + T: 10 x 20.000 + M: 8 x 20.000 + J: 8 x 20.000),
dus een gezamenlijk vermogen van 800.000 euro.
Moraal van het verhaal
Als gevolg van kuddegedrag van de mensheid meandert de Shiller PE,
de koers/winst verhouding van aandelen, op de golven van industriële revoluties.
Tijdens de periodes tussen 1920 – 1930 ( t.o.v. 1920 wordt er in 1929 6x zoveel voor een aandeel betaald) en
tussen 1990 – 2000 (t.o.v. 1980 wordt er in 2000 bijna 9x zoveel voor een aandeel betaald) stijgt de Shiller PE tot enorme hoogte (beurshausse).
Deze periodes kun je beschouwen als de versnellingsfase van industriële revoluties.
Door kwantitatieve verruiming (quantitative easing QE) en het rentebeleid van de centrale banken is er vanaf 2008 weer enorm veel geld naar de aandelenmarkt gestroomd.
Een beurskrach lijkt onvermijdelijk.
Het artikel “Nieuwe Beurskrach onvermijdelijk” uit 2015 kunt u lezen op Beursblik:
https://www.beursblik.nl/columns/nieuwe-beurskrach-onvermijdelijk-wim-grommen.html